De namen van de straten
Ik herken ze soms niet meer
Ik had vroeger overal familie
Ze woonden door de hele stad
Mijn oma en mijn tantes
Woonden in kleine huizen bij de Ten Katemarkt
Bij mijn opa, mijn vader en mijn ooms
Leek het of ze woonden in het café
Ze stonden aan de bar
Of ze lagen op het biljart
Ik had vroeger overal veel vrienden
Ze woonden door de hele stad
In Oost of bij de Overtoom
De Pijp of in Nieuw West
In De Kinkerstraat Het Leidseplein
Ik wist overal de weg
Maar de vrienden ze zijn dood of lang verdwenen
Het lijkt soms alsof er niemand over is
Of ik leef in een vreemde stad
Amsterdam, dat is zo anders
Dan dat het vroeger was
Of ben ik zo veranderd en merk ik dat
De laatste jaren pas
Ik kende vroeger alle straten
Ik wist overal blindelings de weg
Was ik dronken, was ik nuchter
Ik kwam altijd weer terecht
Ik had vroeger prachtige vriendinnen
Ze woonden door de hele stad
Ik fietste rond als casanova
Omdat ik er nooit genoeg van had
Ik had ook overal mijn neven en
Veel nichten had ik ook
Ze zijn verspreid over het hele land
De meeste zie ik nooit
Zelfs van het nichtje waar ik zo verliefd op was
Weet ik niet meer waar ze woont
Amsterdam, dat is zo anders
Dan dat het vroeger was
Of ben ik zo veranderd en merk ik dat
De laatste jaren pas
Ik kende vroeger alle straten
Ik wist overal blindelings de weg
Was ik dronken, was ik nuchter
Ik kwam altijd weer terecht
Amsterdam, dat is zo anders
Dan dat het vroeger was
Of is Amsterdam nog steeds hetzelfde
En ben ik een ander dan ik was
Ben ik zo veranderd en merk ik dat
De laatste jaren pas